Ik Snij Of Ik Snijd

Ik Snij Of Ik Snijd. Hoe Snijd Je Een Ui Als Een Professional Thủ Thuật 5 Sao Ik snij is een meer informele, op de gespro­ken taal gebaseerde, vorm van ik sni­jd. ik snijd; jij snijdt; hij/zij/het snijdt; wij snijden; jullie snijden; zij snijden; Onvoltooid verleden tijd

Werkwoorden en woordenschat ppt download
Werkwoorden en woordenschat ppt download from slideplayer.nl

ik sneed; jij sneed; hij/zij/het sneed; wij sneden; jullie sneden; zij sneden; Voltooid tegenwoordige tijd ik jij, je u hij zij, ze het men: sneed; zij, ze wij, we jullie: sneden

Werkwoorden en woordenschat ppt download

Ik snij is een meer informele, op de gespro­ken taal gebaseerde, vorm van ik sni­jd. ik snijd; snij jij snijdt hij snijdt wij snijden jullie snijden zij snijden : Tegenwoordige tijd, bijzinsvolgorde : dat ik snijsnijd; dat jij snijdt dat hij snijdt dat wij snijden dat jullie snijden dat zij snijden : Voltooid tegenwoordige tijd (vtt) ik heb gesneden jij hebt gesneden Ik houd niet van vlees snijden I don't like cutting meat Ik snijd het brood I'm cutting the bread Hij snijdt het brood He is cutting the bread Ik sneed het brood I was cuting the bread Snijd de tomaten terwijl je de champignons bakt 'Cut the tomatoes while you're sautéing the mushrooms' Het mes dat het touw doorsneed 2 3 The knife that cut the.

Spreukentegel Ik doe aan het punten dieet..ik snij. ik jij, je u hij zij, ze het men: sneed; zij, ze wij, we jullie: sneden Ik houd niet van vlees snijden I don't like cutting meat Ik snijd het brood I'm cutting the bread Hij snijdt het brood He is cutting the bread Ik sneed het brood I was cuting the bread Snijd de tomaten terwijl je de champignons bakt 'Cut the tomatoes while you're sautéing the mushrooms' Het mes dat het touw doorsneed 2 3 The knife that cut the.

Hoe snij ik verschillende groenten? VTM Koken. ik jij/je hij/zij/het wij/we jullie zij/ze; Onvoltooid Tegenwoordige Tijd (Present Simple) snijd: snijdt: snijdt: snijden: snijden: snijden: Onvoltooid Verleden Tijd (Past Simple) sneed: sneed: sneed: sneden: sneden: sneden: Voltooid Tegenwoordige Tijd (Present Perfect) heb gesneden: hebt gesneden: heeft gesneden: Ik snij Jij snijdt snij jij? U snijdt Hij/Zij/Het snijdt Wij snijden Jullie snijden Zij snijden